19.8 C
Den Haag
dinsdag, april 30, 2024

Vroeger was alles anders, niet beter

Onze edities

De wereld van de gerechtsdeurwaarder is de laatste jaren aan verandering onderhevig waar het gaat om wet- en regelgeving en bevoegdheden. Volgens Erik van Hal en Robbert-Jan Brugman van respectievelijk deurwaarderskantoor Van der Velde Van Hal & Peers en Bazuin & Partners geniet sinds de coronapandemie de debiteur naar hun zin soms net iets te veel bescherming.

Het Mariott hotel aan de Johan de Wittlaan, op een steenworpafstand van het internationaal bekende World Forum, is deze middag de ideale uitvalsbasis voor een gesprek met twee gerechtsdeurwaarders van naam en faam in Den Haag en verre omstreken. Erik van Hal en Robbert-Jan Brugman mag je gerust twee oude rotten in hun vak noemen.

Het tweetal loopt al heel wat jaartjes mee in het metier. Vier decennia bijna. Zij kennen als geen ander de do’s en dont’s van hun professie, die zij dan ook tot in hun vingertoppen beheersen. Als extra bijkomstigheid, beiden voelen zich als een vis in het water in Den Haag dat niet alleen bekend staat als ‘Stad van Vrede en Veiligheid’, echter ook vanwege zijn grote diversiteit aan wijken en bevolkingssamenstelling. Dus spreken ze als het moet de taal, van Morgenstond tot het Benoordenhout.

Brugman (1960) en Van Hal (1965) zijn geen vreemden voor elkaar. In het niet al te grote deurwaarderswereldje is het veelal een kwestie van ‘ons kent ons’. Op papier zijn het weliswaar concullega’s, ieder met kantoor in Den Haag – of als Bazuin & Partners met vestigingen in Rotterdam en Amstelveen – maar hebben zij, zo blijkt tijdens het twee uur durende gesprek, nauwelijks geheimen voor elkaar.

DE LIEFDE VOOR HET VAK
Twee totaal verschillende types ook. Waar Van Hal in alle rust zijn verhaal doet en vooral luistert, daar blijkt Brugman met zijn talloze, vaak smeuïge, voorbeelden uit de praktijk over een onuitputtelijke energie te beschikken zijn naam eer aan te doen. Twee absolute tegenpolen weliswaar, toch hebben beiden drie dingen zeker gemeen. Gedrevenheid, de enorme liefde voor hun vak en dankzij jarenlange praktijkervaring kunnen beiden een avondje Koninklijke Schouwburg met speels gemak vullen.

De rol van de gerechtsdeurwaarder, het tweetal heeft die de voorbije jaren nogal zien veranderen. De romantiek, als je daarvan mag spreken, is er door allerlei van bovenaf opgelegde regelgevingen inmiddels een beetje vanaf. Toch is er ook een positieve kant. Want dankzij de enorme ontwikkeling van onder andere de digitale snelweg behoort met name de papieren rompslomp tot het verleden. “Het administratieve deel is een stuk eenvoudiger geworden, is er sprake van korte doorlooptijden en kunnen we het met een stuk minder mensen af. Eén simpele druk op de knop en het beslag op een bankrekening, auto of een huis is gelegd”, ervaart Erik van Hal, die in 2000 tot gerechtsdeurwaarder werd benoemd.’’

Met een lichte knik met het hoofd bevestigt Robbert-Jan Brugman de uitleg van zijn tafelgenoot. Om daar meteen aan toe te voegen: “Binnen ons vakgebied is ook op het terrein van onder andere wet- en regelgeving en bevoegdheden het nodige veranderd. De debiteur, de man of vrouw die bijvoorbeeld een schuld heeft vanwege een huurachterstand, wordt anno nu veel meer beschermd. De aanpakmethodieken om voor een cliënt zijn geld te innen zijn niet meer te vergelijken met vroeger.”

Was vroeger dan alles beter? “Niet beter. Anders”, reageert Erik van Hal als eerste. “De jaren dat je als gerechtsdeurwaarder, zoals wij dat noemden, er met gestrekt been inging, die liggen inmiddels ver achter ons.” Brugman: “We spreken nu over ‘sociaal incasseren’. De debiteur wordt vandaag de dag veel meer beschermd. Dat is begonnen ten tijde van de coronapandemie, toen veel bedrijven en instellingen, maar ook particulieren in de financiële problemen kwamen.”

KAPITAALVERSPILLING
Van Hal: “Ik zal een sprekend voorbeeld uit de praktijk noemen”, zegt hij, nippend aan zijn ijsthee. “In geval van huurachterstand moet je tegenwoordig aan de debiteur eerst toestemming vragen of je hem of haar mag aanmelden bij de gemeente voor schuldsaneringshulp. Zolang die aanvraag bij de gemeente ligt – en daar kunnen weken zo niet soms maanden overheen gaan voor er een reactie komt – kun je als incasseerder niks doen en moet je noodgedwongen op je handen blijven zitten. In de tussentijd loopt de huurschuld aan de woningcoöperatie almaar verder op en is die op een gegeven moment zelfs niet meer inbaar. De verhuurder loopt in die gevallen ook inkomsten mis. Ik noem dat kapitaalverspilling.”

Brugman loopt tegen dezelfde problematiek aan als zijn vakbroeder Van Hal. “Juist om die huurachterstand niet verder te laten oplopen, heb ik destijds, ook bij een woningcoöperatie, het plan ingediend om al bij een huurschuld van één of twee maanden op te schakelen naar instanties zoals wij. In de praktijk blijkt het te werken.”

“Tegen het beroep van gerechtsdeurwaarder wordt nog altijd met enig scepsis en argwaan aangekeken.” Van Hal schiet om zijn eigen woorden in de lach. “De oorzaak is de onbekendheid van ons vak. We worden vaak over één kam geschoren met incassobureaus met een slechte reputatie. Onterecht uiteraard. Iedereen kan nu nog een incassobureau of invorderingsbedrijf beginnen. Daar heb je geen papieren voor nodig en er is in tegenstelling tot onze beroepstak geen enkele controle op. Wij zijn aan strenge regels gebonden vanuit het ministerie van Justitie en Veiligheid. Terecht ook, want je gaat met geld van mensen om. Gelukkig komt er straks dankzij verplichte registratie en goedkeuring een einde aan die wildgroei van incassobureaus en dergelijke. Voor alle duidelijkheid, een incassobureau is géén gerechtsdeurwaarder. Ze werken er mee samen. Meer niet.”

GEEN BOEMAN
Terugkomend op het onterechte, vage en mistige imago van de gerechtsdeurwaarder, zegt Van Hal: “Mijn advies aan een debiteur, neem als je in problemen zit contact met ons op. Er valt altijd te praten. Wij zijn geen boeman, maar juist transparant en vooral eerlijk.” Brugman vult aan: ”Om te beginnen zou ik nogmaals tegen de cliënt willen zeggen, ga niet in zee met malafide incassobureaus of invorderingsbedrijven, die veel beloven en weinig doen. En vooral, wacht niet te lang met je openstaande vorderingen en laat het over aan de mensen die verstand van zaken hebben. Want die meter begint hier heus niet direct te lopen zodra je met ons contact opneemt. Zet je emoties opzij, stap over je schaamte heen en schakel een gerenommeerd bureau in. Zie het niet als een schande voor jezelf. Het is een recht.”

Tekst: André Buurman

Laatste nieuws

Lees ook..